De laatste tijd zien we in Nederland een grote toename van ‘anti-gender’-propaganda. Een vage term, die je op steeds meer plekken hoort en ook in de media meer en meer aandacht krijgt. Goed, omdat het probleem van ‘anti-gender’-organisaties steeds meer wordt erkend. Maar ook zorgelijk, omdat de problemen die deze groepen met zich meebrengen nog verre van opgelost zijn en zelfs verergeren.
Tegengestelde belangen verenigd
Anti-gender bewegingen zijn vaak conservatieve, extreemrechtse/-linkse en religieuze organisaties die zich afzetten tegen alles wat niet wit, hetero normatief of masculien is. Opvallend is dat groepen die normaal tegengestelde belangen hebben, zich in dit ‘anti-gender’ onderwerp juist verenigen. Zo vinden extreemrechts, conservatieve, religieuze organisaties en extreemlinks elkaar in dit gevecht. Zij spreken zich uit als ‘beschermers van het kind en het traditionele gezin’ en zaaien angst voor de lhtbi-gemeenschap en de emancipatie van vrouwen. Met name de gemeenschap van transgenders heeft het vaak te verduren.
Groeiende invloed
Wat de invloed van deze groepen is, lijkt misschien vaag. Maar ook in Nederland zien we meer en meer duidelijke voorbeelden van de invloed die zij hebben. Zo werd de jaarlijkse week voor seksuele educatie, lentekriebels, dit jaar opeens problematisch, omdat er al disinformatie verspreidend gezegd werd dat jonge kinderen seksuele handelingen leerden. Evenementen waar dragqueens boeken voorlezen aan kinderen worden verstoord en zien we vaker dan ooit billboards waarop staat dat een gezin alleen kan bestaan uit een moeder en een vader. Deze voorbeelden laten duidelijk zien hoe erg de focus op de zogenoemde bescherming van het kind is gericht.
Omdat de anti-gender campagne zoveel verschillende groepen samenbrengt, een internationaal karakter heeft en duidelijke strategieën en financiën heeft, rijkt de invloed ver - ook in de Europese Unie. Zo werd de EU-toetreding tot de Istanbul Conventie, het eerste internationale verdrag gericht op het tegengaan van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, extreem tegengewerkt door deze organisaties. En in alle wetgevingstrajecten waar ouders van hetzelfde geslacht meer rechten krijgen, wordt er angst gezaaid voor alle mogelijke gevaren hiervan. In Polen en de VS is hierdoor het recht op abortus teruggedraaid.
Meer aandacht nodig
Daarom is het ontzettend belangrijk om deze organisaties en hun praktijken van ondergronds naar bovengronds te krijgen. En dat kunnen we alleen doen, als we precies weten wie ze zijn, hoe ze werken en op wie ze het gemunt hebben en waarom. Gelukkig wordt er ook in de academische wereld meer en meer aandacht besteed aan de anti-gender campagnes en zijn er meerdere boeken over geschreven en promoveren er meer en meer mensen op het onderwerp. Dit geeft ons als politici de mogelijkheid om het fenomeen nog meer te doorgronden.
In het Europees Parlement heb ik een evenement georganiseerd om na te denken over hoe we als progressieve politieke partijen een antwoord op deze organisaties kunnen hebben. Een belangrijke conclusie was: val niet in het taalgebruik en de disinformatie van de organisaties, maar creëer je eigen discourse. En leg de gevaren van de organisaties bloot. Daarnaast heb ik er bij de Europese Commissie al meerdere keren op aangedrongen om de financierinsstromingen van anti-genderorganisaties te onderzoeken. Het is bekend dat veel geld afkomstig is van Russisische oligarchen dichtbij het Kremlin, maar er worden hier nog weinig consequenties aan vastgeplakt. Het wordt tijd dat de Commissie dit probleem ook serieus gaat nemen. Werk aan de winkel dus!